Geuzenbitter

De Geuzenbitter anno 2019.

Vlaardingse Geuzenbitter is bedacht door eigenaar Renata en Ron Dekker en oprichter Simon Dekker van De Bourgondiër Wijnen en Dranken, sinds 1981 een begrip in Vlaardingen.

Kenmerken waaraan deze drank moest voldoen: een karakteristieke drank, traditioneel, smaakvol, zoet en bitter, een naam, een Geuzen naam. Afgevuld in een stenen kruik met op het etiket kenmerken van Vlaardingen. De Vlaardingse Geuzenbitter was geboren.

Op het etiket staat een afbeelding van De Visbank, een karakteristiek gebouw aan de Westhavenkade in Vlaardingen. De functie was, zoals uit de naam blijkt, een visafslag. Het gebouw, een ontwerp van Jacob van Schie, werd in 1778 gebouwd. De windvaan op het dak heeft de vorm van een haring. Het gebouw is een rijksmonument.

De Visbank was een instelling waar vroeger alle verse, voor consumptie bedoelde, zeevis bij afslag moest worden geveild. De ligging direct aan de Oude Haven was praktisch. Een miniatuur van de Visbank is te zien in Madurodam.

Vlaardingse Geuzenbitter is een gedestilleerde kruidendrank, bitter en zoet van smaak, gemaakt van verschillende kruiden met een vleugje anijs. Drink deze kruidendrank puur of in de mix met cola.

Een heerlijke Vlaardingse Geuzenbitter, voor ieder moment van de dag, leuk om te krijgen, leuk om te geven. Wij maken van uw cadeau een mooi geschenk.

Anno 2019 is de Vlaardingse Geuzenbitter, in een stenenkruik inhoud 35 cl en 70 cl, verkrijgbaar in de winkel.


De geboorte van de Geuzen.

“De edelen vierden feest. De gouden bokalen, gevuld met goede wijn, werden in één teug geleegd, en ze vergaten niet een dronk uit te brengen op de prins van Oranje en de graaf van Egmont. Toen de wijn hen in een roes bracht, vroeg Hendrik van Brederode, die de scherpzinnigste van allemaal was, de genodigden om stilte. Daarop deed hij verslag van hetgeen de edelen van het Verbond aan de heer Berlaymont hadden gemeld. Van Brederode vertelde hoe hij hun de mooie en eerbiedwaardige titel van geus had gegeven.

‘Goed’, zei hij. ‘Als wij dan geuzen zijn, laten we dan ook maar bedelzakken dragen en uit bedelnappen drinken.’ En op dat moment bracht een page hem een bedelzak die hij over zijn schouder sloeg. Van Brederode pakte met beide handen een oude houten nap vol wijn, die hij in één teug leegdronk, opnieuw liet vullen en aan zijn buurman gaf, waarbij hij uitriep; ‘Ik heb gedronken op de gezondheid van de geuzen. Leve de Geuzen!’ Nu hing zijn buurman de bedelzak om en dronk de nap leeg zoals Van Brederode had gedaan, terwijl het hele gezelschap luidkeels riep: ‘Leve de Geuzen!’

Daarna deed iedereen hetzelfde, waarbij ze allen zwoeren het Verbond steeds trouw te zullen blijven, en voor elkaar te leven en sterven. Dit alles ging gepaard met het meest bespottelijke ceremonieel waarvan ik ooit heb gehoord: degene die de bedelzak droeg, nam de houten nap in de hand, strooide zout in de wijn en sprak een ter plekke verzonnen vers.

Nu gingen, in plaats van de gouden en zilveren bokalen, de houten nappen en kommen de tafel rond. De pages konden ze niet zo snel vullen als de heren ze leegdronken, en elke keer klonk weer diezelfde leus: ‘Leve de Geuzen.’

Er wordt wel gezegd dat er geen helser instrument is dan wijn, omdat er vaak onze duisterste kanten door naar boven worden gebracht, zoals tijdens dat ellendige gelag het geval was bij enkelen van de bondgenoten, die ik hier uit eerbied voor hun familie niet zal noemen. Deze vonden het nog niet genoeg om de titel van edelman te vervangen door die van geus, maar legden ook nog andere heerlijke titels af die ze plachten te dragen. In plaats daarvan lieten ze zich mijnheer abt, mijnheer proost of mijnheer de prior van zus of zo noemen, wat wel aangeeft hoezeer het venijn in hun hart was gedrongen.

Toen het maal gevorderd was, verscheen de prins van Oranje, de graaf van Egmont en Horne, die met de graaf van Mansfelt hadden gesoupeerd, en zij brachten een dronk uit op de aanwezigen, die daarop brulden dat horen en zien je vergingen: ‘Leve de koning! Leve de Geuzen!’

Wat moet ik je nog meer zeggen? Ze voelden zich zo vereerd met de naam ‘geuzen’, die hen toch had moeten doen blozen van schaamte, dat ze op grond daarvan zelfs een devies bedachten; ‘Getrouw aan de koning tot aan de bedelzak.’

Deze spreuk werd aangebracht op loden en tinnen penningen die ze om de hals droegen, in plaats van hun met edelstenen ingelegde kettingen. Op de ene kant stond de beeltenis van de koning, omringd door de woorden en tout fidelles au roy , en op de andere kant stonden twee handen, die de belofte van trouw moesten voorstellen, omgeven door de bedelzak en de woorden jusques a porter la besace. Deze penningen noemden ze de ‘Orde der Geuzen’.

De spreuk was overigens heel toepasselijk voor het merendeel van hen, aangezien velen op dwaze wijze hun bezit hadden verkwist en nu in zulke benarde omstandigheden verkeerden dat er niets anders voor hen op zat dan andermans goed te roven dan wel met hun bedelzakken van deur tot deur te gaan. Bovendien legden ze, om nog meer op echte bedelaars te lijken, al hun goud, zilver, purper, violet en alle andere kostbare kleuren af die sinds jaar en dag kenmerkend voor de adel zijn, om zich in plaats daarvan te hullen in grijze gewaden, zoals die van de franciscanen, terwijl ze hun hoeden versierden met houten napjes in plaats van gouden ringen.

‘De Geuzen’, in het verzet, de eerste Nederlandse verzetsgroep

Door: stadsarchief Vlaardingen, Periode: 1900 – 1949, Thema’s: Oorlog, Gezag en politiek

Vier dagen nadat Duitsland ons land was binnengevallen, richtte de uit Schiedam afkomstige Bernard IJzerdraat samen met onder andere de Vlaardinger Arij Kop, de eerste verzetsgroep van Nederland op. De prijs die de leden van de groep moesten betalen was hoog.

Op 14 mei 1940 werd ten huize van Arij Kop (1901-1941) aan de 2e Maasboschstraat 3 in Vlaardingen, de eerste verzetsgroep van Nederland, ‘De Geuzen’ opgericht. De oprichters ontleenden hun naam aan de historische Geuzen uit de Tachtigjarige Oorlog. De initiatiefnemer van dit allereerste verzet was de Schiedammer Bernard IJzerdraat, die in de Vlaardinger Jan Kijne een hartstochtelijk medestrijder vond. Deze laatste zocht en vond in zijn kennissenkring, waaronder leden van de wandelsportvereniging ‘Flardinga’, mensen die graag hun steentje aan het verzet wilden bijdragen. Tijdens hun wandeltochten konden ze immers makkelijk nagaan waar zich Duits afweergeschut, opslagplaatsen, telefoonleidingen en kabelaansluitingen bevonden. Belangrijke informatie die zij natuurlijk direct aan de Engelsen doorspeelden. In de weken en maanden daarna sloten steeds meer Vlaardingers, Schiedammers, Maassluizenaren en anderen zich bij de verzetsgroep aan. In november werden – nadat iemand zijn mond voorbij had gepraat -honderden Geuzen, die nog moesten leren hoe de ondergrondse strijd discreet gevoerd moest worden, gearresteerd. Na een schijnproces, waarmee de Duitsers een daad wilden stellen, werden vijftien Geuzen ter dood veroordeeld.

Samen met drie uit Amsterdam afkomstige leiders van de Februaristaking, zijn zij op 13 maart 1941 op de Waalsdorpervlakte ter dood gebracht. Dit was de prijs die de verzetsmannen moesten betalen, maar ondanks liquidaties ging het verzet door, want het eenmaal ontstoken vuur was niet meer te blussen. Het bekende gedicht ‘De achttien dooden’ van Jan Campert (1902-1943), is aan hen gewijd.

Ter nagedachtenis aan….

In 1981 werd een comité opgericht om geld in te zamelen voor een op te richten Geuzenmonument in Vlaardingen, ter nagedachtenis aan ‘de achttien’ en aan de andere Geuzen die in concentratiekampen waren gestorven. De Vlaardingse beeldhouwer Leen Droppert (1930) ontwierp het monument. In 1984 werd het Geuzenmonument geadopteerd door de voormalige school ‘De Vaart’, nu het College VOS. Leerlingen van die school leggen sindsdien bij de herdenking op 13 maart, bloemen bij het monument, voorafgaand aan de jaarlijkse uitreiking van de Geuzenpenning. Deze Geuzenpenning wordt sinds 1987 door de Stichting Geuzenverzet 1940-1945 toegekend aan mensen en organisaties, die zich op bijzondere wijze hebben ingezet voor democratie of tegen dictatuur, discriminatie en racisme. De stichting is opgericht om de idealen van en de nagedachtenis aan de verzetsgroep ‘De Geuzen’ levend te houden. De zilveren Geuzenpenning werd in 2011 voor de 25e keer uitgereikt. Toen reikte de stichting twee Geuzenpenningen uit, aan de Nederlandse krijgsmacht voor haar vredesmissies in het buitenland en aan de Afghaanse mensenrechtenactiviste Sima Samar. Generaal Peter van Uhm nam de penning namens de krijgsmacht in ontvangst. Prins Willem Alexander heeft deze plechtigheid bijgewoond